EK 1960
Op het eerste WK, in 1960, was de kwalificatie iets anders dan we tegenwoordig gewend zijn: er streden 17 landen door middel van een knock-outfase om een plek in de volgende ronde. Het begon met een voorronde, waarin Ierland en Tsjecho-Slowakije tegen elkaar moesten aantreden (waarna Tsjecho-Slowakije naar de volgende ronde ging). Vervolgens speelden de landen (Frankrijk, Griekenland, Roemenië, Turkije, Oost-Duitsland, Portugal, Noorwegen, Oostenrijk, Sovjet-Unie, Hongarije, Polen, Spanje, Denemarken, Tsjecho-Slowakije, Joegoslavië en Bulgarije) achtste finales. Het gastland werd toen uit één van de vier geplaatste landen gekozen. Pas vanaf de halve finales werden alle wedstrijden verder in Frankrijk gespeeld, en vanaf toen was het EK dus pas begonnen.
Bijzonderheden:
- In de kwartfinale, waarin Spanje het moest opnemen tegen de Sovjet-Unie, trok Spanje zich terug vanwege de betrokkenheid van de Sovjet-Unie in de Spaanse Burgeroorlog. De Sovjet-Unie ging daardoor automatisch door.
- Omdat elk land maar twee wedstrijden speelde, waren er ook maar liefst 5 topscorers met twee goals: François Heutte (Frankrijk), Milan Galić, Dražan Jerković (beiden Joegoslavië), Valentin Ivanov en Viktor Ponedelnik (beiden Sovjet-Unie).
Finale | ||||||
Halve finales | Sovjet-Unie | - Joegoslavië | 2-1 n.v. | |||
Frankrijk | - Joegoslavië | 4-5 | ||||
Tsjecho-Slowakije | - Sovjet-Unie | 0-3 | Troostfinale | |||
Tsjecho-Slowakije | - Frankrijk | 2-0 |